Meetings
Website / Verlag
Housing
Verbindingsprotocollen STUK preparations
VJ14
VJ13 preparations
VJ12
Communication channels
Links to Subsidies
De bijeenkomsten vinden telkens plaats in Constant tussen 18:00 en 21:00 / Ces réunions aurons lieu à Constant entre 18 et 21h.
Constant is een werkplaats waar makers en denkers context vinden om inhoud te genereren en uit te testen. Constant is een fysiek én een online laboratorium waar we ook werken aan, en nadenken over verspreiding, het delen van kennis en de ethiek die daarmee verbonden is.
Constant vertrekt vanuit het perspectief van een individu, een lichaam dat zich in een netwerk, een gemeenschap bevindt. We verkennen, deconstrueren en herscheppen het gebied van de gemeenschappelijkheid, of zich dat nu situeert in een museum, op het Internet, of in de straten van de stad. In de tekst hieronder spreken we over 'media'. We hechten waarde aan de latijnse betekenis van het woord; media als 'middelklanken'. Handelingen, berichten, middelen, objecten en technieken die 'in het midden aanwezig zijn' tussen mensen; die verbindingen leggen, die communicatie en uitwisseling mogelijk maken.
De filosoof Jacques Rancière stelt in de 'Politiek van de Esthetiek'1) dat de maatschappelijke functie van kunst bestaat uit het “materieel en symbolisch herconfigureren van gemeenschappelijke terreinen”, waar 'gemeenschappelijke terreinen' die plekken zijn waar “verhoudingen tussen lichamen, verbeeldingen, ruimte en tijd opnieuw worden verdeeld.” Constants praktijk, en onze omgang met kunst, vertrekt vanuit dit idee.
Het is nodig onszelf en elkaar voortdurend duidelijk te maken dat media niet neutraal zijn, dat hun logica geconstrueerd is, dat ze een product zijn van menselijk denken. Enerzijds scheppen wij zelf media, als diafragma op de wereld, als raamwerk waardoor we onze omgeving kunnen bekijken. Anderzijds beperken we ons perspectief vervolgens tot het beeld dat diezelfde media ons voorschotelen. Volgens de Duitse filosoof Vilèm Flusser hebben we media bedacht om ons op de wereld te oriënteren. “In plaats van de wereld voor te stellen, veranderen (media)beelden die wereld totdat de mens in functie van de door hemzelf gemaakte beelden begint te leven”2) Is het erg dat we straks in de vorm van een spread-sheet dromen? Zien we mogelijkheden om met behulp van technologische fantasieën onze toekomst opnieuw te vertellen?
We willen graag nadenken met en over software, maar proberen daarbij ons eigen lichaam niet uit het oog te verliezen. Lichaamstaal, verbale communicatie, dans, dressuur, conditionering, menselijke, lichamelijke en sociale programmatuur, performance en theater zetten we in als paradigma's die kunnen helpen ons vizier op technologie scherp te stellen. De relatie tussen ons handelen en de gereedschappen die we daarbij gebruiken, houdt ons bezig. Wie bepaalt wat we doen? Wat we ergens mee kunnen doen? “Wie of wat is verantwoordelijk voor de daad van het doden? Is een pistool niet méér dan een stuk mediërende technologie? Wie van hen: het pistool of de burger, is actief in deze situatie? Het is iemand anders: de pistool-mens of mens-pistool. Je bent een ander persoon met een wapen in je hand, het wapen is anders wanneer je het vasthoudt.”3)
De machine-mens, mens-machine als denkoefening. “Een plek boven het strijdgewoel - noch man, noch vrouw; een creatuur dat van alles wat is en zich niet vanzelf tot lid van welke groep dan ook rekent. (…) Cyborgs zijn - in elk geval in de film - zoveel menselijker dan we wel vrezen. Meer nog, cyborgs geven ons lessen in menselijkheid, lessen die we als mensheid zelf dreigen te vergeten. In die zin is de cyborg inderdaad de ideale mens: sterk, slim en sociaal.”4) Het is een denkbeeld dat inmiddels op leeftijd is, maar nog altijd bruikbaar wanneer we willen nadenken over de mogelijkheden die de verwovenheid tussen technische en menselijke programmatuur oplevert; het is een wezen waarin verschillende posities en allianties moeten samenkomen. Hoe kun je nog natuur boven techniek verkiezen (of vice versa) op het moment dat beide je bestaan bepalen?
We kunnen onze ogen niet sluiten voor de materiële en sociaal-politieke omstandigheden die het mogelijk maken dat technologie steeds goedkoper wordt. Dat de trits 'toegankelijkheid, bandbreedte en geconnecteerdheid' implicaties heeft op het fysieke en lichamelijke bestaan van mensen. Hoe 'groen' is onze Apple? Hoe 'ethisch verantwoord' zijn onze call-centers? Betalen lage lonenlanden de kortingen op onze hardware? En hoe zit het met kinderarbeid, internetfraude en handel in ip-adressen?
Tijd dus om dat utopische beeld van de cyborg aan realiteiten te toetsen. Voor wie, en in welke omstandigheden werken we eigenlijk? Welke ideologie hangen we aan? En hoe brengen we die in de praktijk? Het wordt tijd dat we de Barbie van het cybertijdperk eens uit elkaar halen, van binnen bekijken, terug samen steken en opnieuw opvoeden binnen het sociaal politieke strijdgewoel van de 21e eeuw.
De onderwerpen waarmee we ons in de komende periode zullen bezighouden, hebben we gegroepeerd rond vier onderzoeksvragen. Het zijn hypothetische vragen, die nieuwe gedachten in gang zetten en weer nieuwe vragen oproepen. Vanzelfsprekend zijn ze verbonden met elkaar, en met de onderwerpen en thema's die Constant sinds haar oprichting bezig houden. Elk van hen markeert een aandachtsgebied uit de omgeving waarin we leven en werken.
Constant est un atelier où des artistes et des chercheurs -euses trouvent un contexte pour générer et tester du contenu. Constant est un laboratoire physique et en ligne dans lequel nous travaillons et réfléchissons au sujet de la diffusion, le partage de connaissance et l'éthique qui leur est liée.
Constant part de la perspective d'un individu, d'un corps qui se trouve dans un réseau, une communauté. Nous explorons, déconstruisons et recréons le territoire du commun, si celui-ci se situe dans un musée, sur l'Internet ou dans les rues de la ville. Dans le texte ci-dessous, nous parlons de ‘médias’. Nous accordons de la valeur à la signification latine du mot ; les médias comme ‘ce qui se situe entre, qui résonne entre’. Les actes, les messages, les moyens, les objets et les techniques qui ‘sont présents au milieu’ , entre les personnes ; qui établissent des liaisons, qui permettent la communication et l’échange.
Le philosophe Jacques Rancière affirme dans 'Politique de l’Esthétique'5) que la fonction sociale de l’art consiste à « pour reconfigurer matériellement et symboliquement le territoire du commun », où les ‘terrains communs’ sont des lieux « où se redistribuent les rapports entre les corps, les images, les espaces et les temps. ». La pratique de Constant et notre relation avec l’art partent de cette idée.
Il est nécessaire que nous fassions comprendre à nous-mêmes et aux autres que les médias ne sont pas neutres, que leur logique est construite, qu’ils sont un produit de la pensée humaine. D’une part, nous créons les médias nous-mêmes, comme diaphragme sur le monde, comme un cadre grâce auquel nous pouvons examiner notre entourage. D’autre part, nous limitons ensuite notre perspective à l’image que ces mêmes médias nous offrent. Selon le philosophe allemand Vilèm Flusser, nous avons conçu les médias afin de nous orienter dans le monde. « Au lieu de s’imaginer le monde, les images (des médias) changent ce monde jusqu’à ce que l’homme commence à vivre en fonction des images faites par lui-même»6) Est-ce terrible si nos rêves prennent la forme de feuilles de calcul ? Y a-t-il des possibilités de raconter notre avenir à l'aide des imaginaires technologiques ?
Nous aimerions réfléchir avec et sur le logiciel, mais nous essayons de ne pas perdre de vue notre propre corps. L’ expression, la communication verbale, la danse, le dressage, le conditionnement, la programmation humaine, physique et sociale, la performance et le théâtre, nous mettons tout ceci comme paradigmes qui peuvent aider à focaliser sur la technologie. La relation entre nos actions et les outils que nous utilisons, nous occupe. Qui détermine ce que nous faisons ? Que pouvons-nous faire avec ? « Qui ou quoi est responsable de la mise à mort ? Si un pistolet n'est pas plus qu’une pièce de technologie médiatisante ? Qui d'eux, le pistolet ou le citoyen, sont actifs dans cette situation ? C'est quelqu'un d'autre : l'homme-pistolet ou le pistolet-homme. Tu es une autre personne avec une arme dans ta main, l'arme est différente quand tu la tiens. »7)
L'homme-machine, la machine-homme comme exercice de pensée. « Un endroit au dessus de la mêlée - ni homme, ni femme ; une créature qui est un peu de tout et qui ne se compte pas comme membre de n’importe quel groupe. (…) Des cyborgs sont - en tout cas dans le film - plus humains que nous craignons. Plus encore, des cyborgs nous enseignent dans l’humanité, des leçons que nous risquons d'oublier en tant qu’humanité elle-même. Le cyborg est en ce sens-ci effectivement l'homme idéal : fort, malin et sociable. »8) C'est une idée qui, entre-temps, a vieilli, mais qui est toujours utilisable quand nous voulons réfléchir aux possibilités que l’interaction produit entre le programme technique et humain ; c'est un être en lequel les différentes positions et alliances doivent se réunir. Comment pouvez-vous encore préférer la nature à la technique (ou vice-versa) au moment où les deux déterminent votre existence ?
Nous ne pouvons pas fermer les yeux sur les circonstances matérielles et sociopolitiques qui permettent que la technologie devienne de plus en plus avantageuse. Que la triade «accessibilité, bande passante et connectivité » a des implications sur l'existence physique et matérielle des gens. Dans quelle mesure notre Apple est « vert » ? Dans quelle mesure nos call centers sont-ils « éthiquement justifiés »? Les pays à bas salaires payent-ils les remises sur notre hardware ? Et quid du travail des enfants, la fraude d'Internet et le commerce en adresses IP ?
Il est donc temps de confronter cette image utopique du cyborg aux réalités. Pour qui, et dans quelles circonstances travaillons-nous à vrai dire ? Quelle idéologie soutenons-nous ? Et comment la mettre en application ? Il est temps que nous démontions la Barbie de l’époque du cyber, de l’examiner, de la monter de nouveau et de l’éduquer à nouveau au sein de la menée sociopolitique du 21ème siècle.
Nous avons groupé les thèmes qui nous occuperons dans la période à venir autour de quatre questions de recherche. Ce sont des hypothèses qui entraînent de nouvelles pensées et évoquent de nouvelles questions. Elles sont évidemment liées entre elles et aux sujets et thèmes qui occupent Constant depuis sa fondation. Chacune d'elles marque un domaine de l'entourage dans lequel nous vivons et travaillons.